Diorama van de Waterkant van Paramaribo
by Frans Dekker
BRONNEN:
Foto 2 x op Pondo gelijkende vaartuigen, vloot op de rede WVV de oude, boek van Jeroen van der Vliet blz 67 en 57
Foto veerpont, gemaakt tijdens de Koningsdag rommelmarkt van een prent
Foto Dirorama van de waterkant van Paramaribo, Gerrot schouten, 1820 – Rijksmuseum. hout en papier maché, h 70,7cm × b ca.102cm × d ca.40cm
Foto Brikje: boekje van W.K. Versteeg, scheepsmodellen 1700 – 1900
Verklarende tekst:
Brik: tweemast zeilschip met aan beide masten vierkant getuigd = zeilen aan ra’s
De waterkant langs de Surinamerivier was het vitale knooppunt van de Surinaamse handel. Links vaart een koopvaardijschip weg. De boot ernaast – een pondo bedekt met bladeren van de pina (een soort palm) – brengt goederen naar de plantages. Europeanen gebruikten de groene boot met de Nederlandse vlag voor hun eigen vervoer. De opdrachtgever van dit diorama, de Britse koopman William Leckie, woonde in de kas. Het ging in vlammen op tijdens een brand die dit deel van Paramaribo in 1821 verwoestte. (foto xxxx)
Tijdens de zoektocht op internet naar tentscheepjes kwam, zoals eerder vermeld in het artikel over de Hollandse en Surinaamse tentjachtje (De Modelbouwer no XX) ik ook dit diorama tegen. (zie bron) Daarop is een vrijwel identiek tentjachtje te zien als in genoemd artikel. Na het maken van het diorama waarop twee scheepshellingen uit de 17e eeuw uit Zaandam te zien zijn besloot ik ook dit diorama te gaan maken. Daarvoor had ik reeds veel eerder een vaas gekocht. Ik wist toen nog niet wat ik daarmee aan moest, gezien de afmetingen. Maar ik ging er vanuit dat er vanzelf wel weer iets langs zou komen en zo gebeurde het. De vaas was 65 cm hoog en had een diameter van 22 cm. en was ovaal van vorm. De halsopening was 58 mm. Omdat er een lange hals aan de vaas zat heb ik deze ingekort en er 14 cm van af gehaald met een diamant schijfje in de miniboormachine. Omdat de snijlijn toch niet helemaal mooi was heb ik er een perenhouten stop voor gedraaid waarin een groef was gedraaid waarin het glas ongeveer 1 cm diep in liep. In de stop heb ik een gat geboord van ongeveer 1,5 cm diep waarin een grote kurk paste. Zo kreeg je alsnog het idee dat er een kurk zat de fles zat. (foto xxxx) Het 1 op 1 overzetten van bovenvermeld diorama in mijn fles was niet mogelijk. De kunstenaar die dat diorama heeft gemaakt werkte met een perspectief dat wil zeggen dat het water en de aarde schuin opliepen om diepte te kunnen creëren. Dat is goed te zien aan zijn figuurtjes. De figuren bij de huizen zijn veel kleiner dan b.v. de roeiers in de tentschuit op de voorgrond. Dat zou bij mij niet werken daarom was het even schipperen hoe ik e.e.a. aan zou passen om toch een leuk diorama te maken. Het duurde wel enkele weken om er achter te komen hoe ik e.e.a. uit moest voeren om het naar mijn zin te maken.
Zoals gezegd heb enkele weken nodig gehad voor ik er uit was hoe ik het diorama in de vaas vorm zou geven. Om voldoende breedte te krijgen voor het tentschuitje met roeiende roeiers en het brikje heb ik de vaas horizontaal gelegd en zowel aan de bodem als bij de hals met smal tape een kruis geplakt. Zo kon ik precies een horizontale lijn aan brengen met behulp van een permanent stift. Deze bracht ik eerst 3, later op 4 cm lager aan dan het midden punt. (foto xxxx) Dat werd de waterlijn. Dan liep het diorama op door een stukje rivierbodem omdat het laag water was waarop een kade met houten beschoeiing stond. Dan liep het terrein heel licht op naar de panden. Om een basis te verkrijgen en gelijk de kade te vormen heb ik een stukje triplex van 5 mm dikte genomen en in de vorm van de ronding van de lengte van de vaas gemaakt. Dit was nog een heel werk omdat de vorm van de binnenzijde van de vaas uiteraard niet klopte met de buitenzijde. Deze kade zou in het midden ongeveer 8 cm hoog zijn, inclusief het onzichtbare onderwaterdeel, dus heb ik het deel in tweeën gezaagd omdat de hals opening niet meer is dan 58 mm. Aan het bovendeel werden op 4 plaatsen aan beide zijden korte stukjes fineer gelijmd om er voor te zorgen dat beide delen goed op elkaar aan konden sluiten. (foto xxxx) En dat werkte. Aan de wal zijde werden in het “kade” triplex op 4 plaatsen verticale gleufjes gezaagd waar vrijwel kwart ronde stukjes triplex werden pas gemaakt. Daarop werden twee stroken triplex op pas gemaakt welke de bodem van de wal en panden zou vormen. Aan de voorzijde van het bovenste kade deel werden strookjes mahony hout gelijmd met daarop de “balken” van de kademuur. Deze werden later grijs geschilderd en met waterverf gekleurd wat een doorleeft aanzicht gaf. Ook aan de voorzijde onder het kadedeel werden gleufjes gezaagd nu voor 3 mm triplex. Daarin werden stukjes triplex pas gemaakt welke aan de voor-onderzijde de ronding van de fles volgden en aan de voor bovenzijde de vorm van de rivierbodem. Op de bovenzijde van deze stukjes triplex werden later strookjes pas gemaakt en vast gelijmd welke de rivierbodem in de lengte vorm gaven. Daarop werd de bodem vorm gegeven met plasticine. In verband met de vaasvorm vormde deze in de lengte een ovale bodem. Onder de rand van de mahony strookjes van de houten kadewand werd een gleufje gezaagd waarin 2,5 mm dik perspex zou passen als “water”. In dat perpex werd op de daarvoor bestemde plaatsen de ruimten uit gezaagd voor het brikje, de pondo’s en het tentjachtje om de onderwaterdelen ook te kunnen zien. Het “wateroppervlakte” van het perspex was ook breder dan de halsopening toeliet dus is ook dit in twee delen uitgevoerd.
Zoals boven omschreven bestaan vrijwel alle stukken triplex uit twee of delen. Met name de kwart ronde delen welke de “wal” ondersteunen maakte het werken er aan zeer lastig en langdurig. Telkens moesten de deeltjes, welke nog niet de juiste vorm hadden, in de fles samen gesteld worden en op hun plek werden gemanoeuvreerd. Dit was iedere keer weer een zeer tijdrovend werk waarbij gebruik gemaakt werd van een chirurgische tang, lange metalen staafjes met aan het einde dan weer een lepelvorm, dan weer een haaks gerichte vorkvorm en ook wel een alleen een gebogen staaf einde. Dit werd heeft zeker in de beginfase veel tijd op geslokt en was af en toe wat frustrerend. Maar ik had één doel en daar moest alle frustratie voor wijken. Om de figuurtjes die het diorama “aankleden” steun te kunnen geven werd de bodem een halve centimeter lager aangebracht dan de bovenzijde van de kade. Die ruimte werd opgevuld met plasticine waarin de figuurtjes vast werden gezet. De panden op de achtergrond werden op vloerplaatjes gezet (foto xxxx) om de panden bij het plaatsen op de juiste plaats te krijgen en daarop kon de plasticinegrond worden aangevuld.
Omdat er ook dieren in het diorama voorkomen heb ik deze, gezien de afmetingen ook maar zelf gemaakt. Ik hoop dat u zich daarin kunt vinden
Het tentjachtje werd op dezelfde wijze gemaakt als in eerder vermeld artikel alleen iets kleiner. Wat mij echter opviel was het scheepje aan de linkerzijde van het diorama. In de begeleidende tekst stond vermeld dat het een brik was. Maar ik kon mij geen brik herinneren met alleen een grootzeil/schoverzeil met daarboven een marszeil. Tijdens een zoektocht in mijn bibliotheek kwam ik een brik(je) tegen in het boekje van W.K. Versteeg, scheepsmodellen 1700 – 1900. In plan 51 stond een brikje wat er erg op leek maar daar was geen zeilplan bij. (foto xxxx) Ik heb het internet afgestruind naar brikjes met maar slechts 2 zeilen boven elkaar en dat lukte. Ik kwam een oorlogsbrik tegen waar de tuigage van klopte met die op het diorama. (foto xxxx) Het brikje uit het boekje van Versteeg was ook een oorlogsbrik maar beide afbeeldingen lieten veel grotere afmetingen zien als in de Bavelaar maar de vorm was vrijwel gelijk aan de koopvaardij uitvoering. Van belang was echter de tuigage. Het is wat bij elkaar geraapt maar het voldeed voor mij. Ik heb het scheepje in zijn geheel uitgevoerd en niet zoals op het diorama waarbij er geen voorschip aan het brikje zat. In de begeleidende tekst staat dat er een Pondo voor de kade ligt met een dak van Pina bladeren. Het woord Pondo was mij in de scheepvaart onbekend. Het is zoals op de afbeelding is te zien (foto xxxx) een vierkant scheepje voor het transport van goederen in de vorm die lijkt op een pont. In het woord Pondo zit volgens mij al de naam pon(d)t waar hij vermoedelijk zijn naam aan dankt. In diverse schilderijen en tekeningen komen zij voor in diverse afmetingen. Er achter (of ervoor zo u wilt) ligt nog een Pondo maar deze is aanmerkelijk kleiner. Bij een bezoek aan het scheepvaartmuseum in Amsterdam en in het bijzonder om te kijken naar de tekeningen en schilderijen van vader en zoon Willem van de Velden kocht ik het boek over hun werken. Daarop was op pagina 56 5n 57 een grote pentekening te zien van Willem van de Velden de oude waarop heel duidelijk twee vaartuigen te zien zijn die qua vorm sterke gelijkenis vertonen met de Pondo’s van het diorama. Alleen de vaartuigen die WVV tekende waren veel groter van afmetingen. Bovendien was één van hen voorzien van een mast en zeilen en aan de bakboordzijde van wel twee zwaarden!! Toen ik op de Koningsdag rommelmarkt een prentje te koop zag liggen waarop een pont met mast en zeilen was te zien die mensen en koetsen overbracht kon ik de overeenkomst met de Pondo op het diorama niet mee ontkennen. De rompvorm kwam geheel overeen. Het is maar een aanname want ik ben geen expert in de scheepsbouwhistorie maar het komt op mij over dat onze koloniale voorvaderen deze scheepvorm naar Suriname hebben over gebracht.
Het scheepje rechts op het diorama kan ik verder niet typeren. Ik heb er naar mijn beste weten wat van gemaakt. bb
The following is a pictorial guide showing the steps Frans Dekker took in building his Diorama van de Waterkant van Paramaribo in a Bottle. It is best viewed by clicking on the first picture and then moving your curser to the right middle side of each picture to reveal the ">" (forward symbol). Click on the > symbol to advance to the next picture in sequence. There are ten pages.